De lancering van de Groot Hart Groep op 21 januari jl. was een succes!
Met z’n vijftienen zitten we in een kring. De technische problemen zijn opgelost en lunchroom Karibu omarmt ons met haar warmte en heerlijke taartjes. Ik hups wat van een been op het andere, we gaan beginnen. Dit is het moment waar Joost Horsten en ik al zo’n anderhalf jaar naartoe hebben gewerkt: het delen van ons initiatief, de Groot Hart Groep.
En vanaf de start rolt het. Door een korte kennismakingsoefening vinden we direct gelijkgestemdheid. We blijken met onze dagelijkse collega’s weinig over CNM te kunnen spreken, daar zelfs soms oordeel op te ontvangen en we zijn geschokt over de mono-, hetero- en cis-normativiteit van het zorgveld. Tegelijkertijd blijken we verschillend om te gaan met zelfonthulling omtrent onze eigen relatievorm: van zeer open tot niets expliciet benoemen, of een pseudoniem gebruiken om vraagstukken omtrent veiligheid, privacy en professionaliteit te navigeren. Een gevoel van nieuwsgierigheid overheerst.
Wanneer Joost en ik onze opzet presenteren, voel ik me trots. De Groot Hart Groep is een coöperatieve vereniging zonder winstoogmerk. Dat betekent dat ieder lid mede-eigenaar is en meestemt over waarop we ons geld en onze aandacht het best kunnen richten. Ook streven we een horizontale structuur na. Dat staat voor ons in lijn met de potentie die CNM in zich heeft: overleg, samenwerking, zeggenschap over het geheel en eigenheid van ieder individu om te doen waar diegene goed in is en aandrang toe voelt.
Daarom is het mooi dat Joost en ik onze plannen en dromen voor de toekomst noemen, terwijl we weten dat het anders kan lopen. We hebben begeleide intervisies, thema-avonden omtrent CNM en zorgverlening en het symposium voor relatiediversiteit voor dit jaar in de steigers staan (houd de agenda en de nieuwsbrief in de gaten!), en we dromen over zo veel meer. Een wetenschappelijke tak die (langer lopend) onderzoek doet naar CNM, workshops en trainingen voor zorgaanbieders ter inclusie van CNM, therapiestromingen uitbreiden zodat CNM’ers beter begeleid kunnen worden, boeken, flyers, podcasts… De mogelijkheden zijn eindeloos en de komende tijd kiezen we samen waar we willen beginnen.
De groep voegt daar nog meer mooie ideeën aan toe: vindbaarheid van CNM-zorgverleners vergroten, publicaties doen over onze kijk op duurzaam open relateren, en (tegen de tijd dat we steviger staan) zou lobbywerk voor zowel onze professionele groep als onze populatie prachtig zijn. Het laaghangend fruit van collegiaal overleg en intervisiegroepjes vormen, komt urgent naar boven. Hier hebben we nood aan, evenals aan cliënten kunnen verwijzen naar CNM-sensitieve zorgverlening.
Onderling delen we over welke CNM-casussen ons in de flow brengen, en welke situaties ons vervullen met machteloosheid, gevoelens van onhandigheid en onkunde. Het maakt het nog makkelijker om menselijk met elkaar te zijn, want helaas, ook CNM-werkers hebben blijken vaak een schild nodig te hebben om zich te verdedigen tegen oordeel op en over ons werk. Het is een verademing dat schild te mogen laten zakken, spreek ik voor mezelf, maar vermoed ik ook voor de anderen. Mijn nervositeit vooraf was onnodig.
Achteraf zeg ik tegen Joost: “Iedereen was zo bereidwillig he?”, en hij kijkt me aan en zegt: “Roos, ze zijn niet alleen bereidwillig, ze voelen de noodzaak”. Zo is dat. We zijn begonnen.
CNM
Relatiediversiteit, de volgende stap in emancipatie
verslag Symposium Relatiediversiteit
Relatiediversiteit als emancipatiegolf heeft de afgelopen tien a vijftien jaar momentum gekregen in Nederland (met andere stromingen mee), en de golf van anticipatie die dat heeft gecreëerd, staat op het moment van omslaan. Dat de Groot Hart Groep recent is opgericht en dat Bi+ Nederland op 31 juli jl. het allereerste Nederlandse Symposium Relatiediversiteit organiseerde, is geen toevalligheid. Zoals Brett Chamberlin van polyamorie-organisatie OPEN het recentelijk zei: “We hebben eerst uitgezocht wie we vinden dat relaties mogen hebben. Nu is het tijd om na te denken over hoe we relaties mogen hebben”.
Als Groot Hart Groep waren we welkom om een tafeltje in te richten bij de infomarkt van het Symposium Relatiediversiteit in Museum H’ART, dus Joost Horsten en ik waren goed op tijd met flyers, posters en een schaaltje Engelse drop voor de smakelijk diverse gezelligheid. Rustig liep de aula vol, eerst met andere standhouders zoals oa Colored Qollective en Alliantie Gezondheidszorg Op Maat, daarna met sprekers en druppelsgewijs steeds meer publiek. Uiteindelijk was de zaal gevuld met zo’n zestig mensen.
Verkenning Relatiediversiteit
Na een persoonlijk openingswoord van directeur van Bi+ Barbara Oud, leidde voorzitter (van zowel Bi+ als het symposium) Esther Wouters ons met enthousiasme door de middag. De grote trots van de dag was een introductie in de recent gepubliceerde Verkenning Relatiediversiteit. Daphne Hermsen presenteerde dit keurige onderzoek met aanbevelingen, dat ze samen met Sara Verlee heeft geschreven. Het was een feest van herkenning om in gedegen literatuuronderzoek de relaties van mijn cliënten, gemeenschap en naasten terug te zien, in woorden zoals die hier, op deze bodem en op dit moment passen en met voorbeelden van deze plek. Onze lokale, relationeel diverse en seksuele cultuur krijgt een eigen taal, die gender-, seksuele en relationele diversiteit allemaal omarmt. Het voelt verrijkend.
Steeds meer singles
Vervolgens voerden Emma de Thouars en Lizzy van Hees van de podcast Steeds Meer Singles ons langs de cijfers en voorspellingen over singles. Hoewel de groep zich moeilijk laat vangen in cijfers (want samenwonen en een relatie zijn geen synoniemen), werd wel duidelijk dat rond 2050 grofweg de helft van de Nederlandse bevolking alleenwonend is. De norm van het gezin als hoeksteen van de samenleving wordt daarmee voorspeld onderuit te gaan, onder andere door vrouwenemancipatie (een klassieke huwelijk heeft minder te bieden vanwege financiële zelfstandigheid). In mijn hoofd kabbelde de gedachte verder: wonen, romantiek, seksualiteit en sociale gemeenschap gaan zich langzaam wat soepeler tot elkaar gaan verhouden, in plaats van rigide vastgeplakt aan De Ware, en enigszins compact maar comfortabel solo wonen in beter verbindende, knusse woonomgevingen heeft vast de toekomst.
Nonmonogamie
Maar nog voor ik m’n gedachte had uitgedacht, was het mijn beurt! Samen met een (hier digitaal anonieme) ervaringsdeskundige en Roos van SKSPRAAT nam ik zitting in een panel over consensuele nonmonogamie. Ik wist dat we weinig tijd zouden hebben en er zo veel te vertellen is over nonmonogamie, zeker vanuit relatiebegeleidingsperspectief. Dat drijft me dan sterk, en we zijn langs mooie onderwerpen gekomen: geïnternaliseerd stigma op bi+ en/of nonmonogamie verlangen en datzelfde stigma vanuit de buitenwereld, minderheidsstress, de plek van seksuele verkenning en identiteit in nonmonogamie, de vraag wanneer en hoe met je kinderen over nonmonogamie te spreken. In mijn bijdragen heb ik gefocust op netwerkdenken, op hoe het hele relationele kaartenhuis valt of staat bij emotionele veiligheid en daar allen verantwoordelijkheid voor voelen, en op hoe we als professionals ons minder vanuit normen, en meer vanuit waarden naar onze cliënten kunnen opstellen. Hier willen we vanuit de Groot Hart Groep binnenkort meer handvatten voor professionals in gaan bieden, wordt vervolgd. En ook mijn ietwat onpopulaire stokpaardje heb ik laten langskomen: dat vanwege deze verantwoordelijkheid voor een heel netwerk aan verbindingen, partnerkeus extra aandacht vergt in nonmonogame relaties.
Natuurlijk is er nog heel veel meer te vertellen en onderzoeken over relatiediversiteit, maar niet alles gaat in een keer, en dat hoeft ook niet. Het voelt alsof met dit symposium, Bi+ een spits heeft afgebeten voor een volgende laag van emancipatie. De ruimte die ontstaat wanneer we maatschappelijk normen rondom relaties verzachten, biedt zachtheid, rust en plezier voor iedereen, of je nou tevreden bent in de huidige standaard of dat je de liefde graag heel anders inricht. Het verlangen naar die keuzevrijheid, en de hoop en potentie daartoe, waren voelbaar in de zaal. Het knetterde van de inspiratie.
Dus we zijn hartstikke dankbaar dat we hier als Groot Hart Groep bij mochten zijn, en op dit symposium onze eerste stap richting meer publiek mochten doen. Er was geen betere omgeving dan deze geweest. Dat Bi+ Nederland het initiatief tot en neerzetten van dit symposium op zich heeft genomen en daarin zo’n voortrekkende rol in speelt, versterkt ons gevoel van gemeenschap. Moedig voorwaarts!